Help! Mijn hond is een puber!

Help! Mijn hond is een puber!
Help! Mijn hond is een puber!

In samenwerking met Beestig.be

Het lijkt alsof het gisteren was dat je tot over je oren verliefd een allerschattigste puppy ging ophalen bij de fokker. Slechts enkele maanden later vind je je hond nog steeds de leukste die er is, maar met zijn puberstreken stelt hij je geduld danig op proef. Waarom krijgt je jonge hond plots bananen in zijn oren? Hoe komt het dat jij niet langer in het middelpunt van zijn belangstelling staat? Hoe lang duurt die fase vol onhebbelijkheden? En op welke manier spartel je er samen met zo weinig mogelijk kleerscheuren doorheen? Kortom je denkt: ‘Help! Mijn hond is een puber!’ Stuk voor stuk vragen waarmee gedragsexpert Sofie van Hondersteboven jou kan helpen.

Wat gebeurt er in het lichaam van je puberhond? 

Honden zijn op dit vlak net als mensen: in de puberteit gieren de hormonen door hun jonge lijf en komen prikkels tien keer harder binnen. En dat terwijl ze er aan de buitenkant al quasi volwassen uitzien. Dat zorgt voor veel onbegrip bij hun menselijke huisgenoten. Die denken dat hun pupje reeds volgroeid is en de ganse wereld aankan: een grove overschatting.

Want wanneer hun hormonen beginnen op te spelen – dat gebeurt reeds maanden voor hun eerste verjaardag –  hebben honden nog niet eens alle seizoenen meegemaakt. Misschien maakt je zomerpup pas als puber voor het eerst kennis met een fikse regenbui. Of rijden er plots kinderen op skateboards door je buurt in de lente, terwijl die gekke rollende dingen het voorbije halfjaar in de garage bleven liggen. 
 
Het hoofd van een puberhond wordt dus aan de lopende band gebombardeerd met allerlei zaken die hij (nog) geen plaats kan geven. En omdat er net op dat moment zoveel hormonen door zijn bloed stromen, vergroot hij al die input gigantisch uit. Daarom reageren pubers – zowel mensen als honden – vaak buitenproportioneel sterk op zaken die wij heel alledaags vinden. Dat moet je hen vergeven: ze beseffen zelf niet wat voor figuur ze slaan en hebben meer nood aan begrip en geruststelling dan aan standjes en vingergewijs.  

Vijf gouden tips om je puberende hond te begeleiden

Ook al denken pubers dat ze oud, wijs en zelfstandig genoeg zijn om hun eigen problemen op te lossen, eigenlijk hunkeren ze naar jouw steun en begeleiding. Maar hoe pak je dat best aan? Met deze vijf gouden tips kom je al een heel eind. 

1. Wees geduldig en neem de tijd 

De hondenpuberteit duurt gelukkig niet zo lang als bij mensentieners, maar voor jou als eigenaar lijkt het soms alsof er geen einde aan komt. Meestal begint de puberteit tussen de 6 en de 9 maanden, maar je weet pas zeker dat je hond in zijn apenjaren is beland door zijn gedrag te observeren: 

  • Hét teken aan de wand bij een reu is het optillen van de achterpoot bij het plassen. Op dat moment markeert hij voor het eerst zijn territorium onder invloed van mannelijke hormonen. Vanaf dan zal hij de geuren in zijn omgeving ook anders interpreteren. Hij krijgt meer interesse in teefjes, maar haalt ook bijzonder waardevolle informatie uit reuenplasjes. 
     
  • Bij teven is de eerste loopsheid het startschot van seksuele volwassenheid, al merk je (net zoals bij reuen) vaak al een tijdje vooraf dat de ommeslag eraan komt. 

 

Hoe lang de puberteit aansleept, hangt af van hond tot hond. Bij sommige honden merk je er amper iets van, andere kunnen zelfs tot een leeftijd van 2,5 à 3 jaar nog last hebben van hun hormonen. Wees dus geduldig en maak het leven zo comfortabel mogelijk voor je jonge hormonenbom. Hoe beter jij erin slaagt het gedrag van je puberende hond te managen, hoe minder last jij (en je hond) ervan zullen ondervinden. 

2. Voorkom overprikkeling

Veel problemen bij puberhonden hebben te maken met het incasseren van meer prikkels dan hun brein kan verwerken. Maar wat is ‘te veel’? Je kon hierboven al lezen dat alles dubbel zo hard binnenkomt wanneer hormonen de plak zwaaien. Het wordt dus al snel te veel voor een puber, vandaar hun spreekwoordelijke ‘korte lontje’.

Het komt erop neer om goed te doseren. Observeer je hond en je zal al snel ontdekken wanneer hij in overdrive gaat. Het is belangrijk om te beseffen dat een overprikkelde hond niet beter wordt van meer activiteiten, meer beweging of meer hobby’s. Toch is dat vaak de kaart die eigenaars trekken.

Hun jonge hond blaft veel (omdat hij gestresseerd is), daarom gaan ze vaker wandelen (om hem moe te maken), waardoor hij nog meer stress krijgt (want de prikkels blijven binnen komen), nog vaker blaft en zelfs niet meer aan slapen toekomt. Voor je het weet kom je in een vicieuze cirkel terecht. Je mag dan nog zoveel gaan wandelen als je wil, terwijl het emmertje van je hond met glazen tegelijk overloopt. 
 
Merk je dat je hond snel geagiteerd is, ga dan na wat hem precies triggert. Stel dat hij continu blaft op alles wat voorbij je huis passeert, dan helpt het om je ramen tijdelijk af te plakken. Gebruik papier waar geen enkele schaduw doorheen komt en hang dat op tot net boven hondse ooghoogte. Later kan je het vervangen door melkfolie en eens je hond volwassen is, hoeft dat zelfs vaak niet meer. 

3. Geef je puberhond verplichte rust

In het voorbeeld hierboven kon je al lezen waarom pubers soms onvoldoende aan slaap toekomen. Toch is rust o zo belangrijk om prikkels die wél binnenkomen, te verwerken. Maar al die hormonen vertellen je hond net dat hij de wereld wil veroveren. Dat lukt niet vanuit zijn luie zetel. Je zal hem dus een handje moeten helpen. 
 
Vaak helpt het reeds om een gestructureerd dagritme te handhaven. Las een rustmoment in na elke vorm van actie. Help je hond om zich te ontspannen door hem bijvoorbeeld iets te geven om op te kauwen. Soms helpt de nabijheid van zijn ‘mens’ om in de juiste zone te komen. Hoe volwassen je hond ook probeert te zijn, hij geniet van jouw aanwezigheid en de rust die je uitstraalt. Ga dus even bij hem zitten terwijl hij in dromenland wegzinkt op zijn favoriete slaapplaats. 
 
Vindt je puber geen rust en lijkt hij maar geen plekje te vinden om zich neer te vlijen? Dan kan het helpen om (tijdelijk) terug een bench, puppyren of kinderhekje te installeren. Vaak willen we zulke hulpmiddelen zo snel mogelijk afbouwen, terwijl ze later in het hondenleven goed van pas komen. 

4. Begrenzen i.p.v. bestraffen 

Bovenstaande tactiek toont aan hoe je je hond kan helpen door grenzen te stellen. In plaats van vermanend op te treden of met overwicht iets af te dwingen, geef je duidelijk aan binnen welke aanvaardbare perken je hond zichzelf mag uiten. Zo ervaart je hond een gevoel van vrijheid zonder dat hij zichzelf vergaloppeert. Binnen de aangegeven grenzen kan hij immers doen wat hij wil, maar een doordachte aanpak van jouw kant zorgt ervoor dat dat hij keuzes maakt die meteen ook de juiste zijn voor alle betrokken partijen. 
 
Een voorbeeld. Jonge honden die het voorheen perfect konden vinden met soortgenoten, beginnen tijdens hun puberteit soms uit te vallen. Dat schijnbaar agressieve gedrag komt voor hun eigenaars als een totale verrassing, maar is (opnieuw) een uiting van overprikkeling en een lichaam boordevol hormonen. Is dat bij jouw hond het geval, dan zit er niets anders op dan hem (tijdelijk) weer aan te lijnen. Je wil immers niet dat zijn gedrag escaleert en dat je hond de nare ervaringen aaneenrijgt.

Zoek plaatsen en momenten uit waarop je geen andere honden tegenkomt. Zo voorkom je dat het stress-emmertje van je hond telkens opnieuw overloopt. Bovendien helpt het ook jezelf, want nu hoef jij niet telkens alert te zijn voor een (mogelijke) nieuwe woede-uitbarsting. Jouw hond heeft immers niks aan een begeleider die continu op de toppen van zijn tenen loopt.

Door conflicten met goed beleid te ontwijken, creëer je ruimte om terug te genieten van elkaar. En dat is wat jullie beide nodig hebben: een goede verstandhouding met wederzijdse liefde en respect. 

5. Reageer begripvol 

Soms wil je je puberende hond liefst achter het behang plakken, maar daar heeft hij niets aan. Hou altijd in het achterhoofd dat het ‘slechts’ een fase is. Eentje waar je zelf ook ooit door moest, tot grote ergernis van je ouders. 
 
Ga het conflict niet aan, want dat werkt averechts. Wees de volwassene van de twee en reageer begripvol op de noden van je hond, ook al kan hij die niet altijd even duidelijk uiten. Observeer zijn gedrag met bovenstaande handvaten en je zal al snel ontdekken waardoor hij van slag raakt. Met een beetje creativiteit slaag je er vast in om zijn puberaal gedrag in goede banen te leiden. 
 
Soms kan het al helpen om simpelweg te erkennen dat je puber het moeilijk heeft. Staat hij te blaffen naar een voorbijganger waarvan jij weet dat hij geen vlieg kwaad doet? Besef dan dat je hond die belangrijke informatie niet ter beschikking heeft.

In plaats van hem te straffen voor zijn (lichtjes overdreven) reactie, is het beter om hem gerust te stellen terwijl je hem uit de situatie haalt. Zo voelt hij zich begrepen en ontdekt hij dat hij op jou kan rekenen op moeilijke momenten. Denk ook na over manieren om zijn ongemak in de toekomst te voorkomen, zodat die momentjes tot een minimum beperkt worden. 
 
Een goede graadmeter om te bepalen of je hond een situatie mentaal aankan, is de mate waarin hij snoepjes van jou aanneemt. Schotel je hem wat lekkers voor, maar blijft hij over de rooie gaan? Dan doe je er alles aan om die situatie in de toekomst te vermijden. Is hij alert, maar kijkt hij je nog wel aan om een snoepje in ontvangst te nemen? Des te beter, want nu is je hond in staat om te leren. Maak van de situatie gebruik om hem uitgebreid te belonen voor goed gedrag, terwijl je rustig de afstand tussen hem en de uitlokkende prikkel vergroot tot je hond weer helemaal ontspannen is. En zeg ondertussen in gedachten tegen je hond: “Hé, ‘t is oké om te puberen. Ik help je er wel doorheen en samen kunnen we de wereld aan!”

 

Wie is Sofie Callens van Hondersteboven?

Hee, ik ben Sofie

Met deze blog streef ik ernaar jou te informeren op een toegankelijke manier om het welzijn van jouw hond naar het hoogste niveau te brengen. Hier lees je hoe het allemaal voor mij begon.

Je pup zindelijk maken lukt sneller dan je denkt
meer blogs